Dit is een van de grootste en mooiste steltlopers van Europa, in de vlucht scherp getekend (dan is hij onmiskenbaar) en gekenmerkt door zijn opmerkelijk lange poten. Hij staat doorgaans met zijn lichaam voorovergebogen en zijn snavel bijna tussen zijn tenen. De Grutto broedt in nat weidegebied, wat hem kwetsbaar maakt, zowel voor drainage als voor plotselinge overstromingen in het voorjaar. ’s Winters verblijft hij op riviermondingen die meestal smal zijn en ingesloten
door rijke modderoevers; daar keert hij elk jaar terug. Hij is minder wijdverbreid dan de Rosse Grutto, maar kan bij honderden voorkomen in zijn traditionele wintergebieden.
Nest:
Ondiep kuiltje op de grond tussen rijke begroeiing; 3 of 4 eieren; 1 legsel; mei-juli
Voedsel
Zoekt, vaak tot aan zijn buik in het water staand, naar wormen, weekdieren en zaden
Winterse zwermen
Van de hersft tot laat in de winter worden Grutto’s in zwermen gezien op kleine, beschutte modderige riviermondingen
Vlucht
Snelle, directe vlucht met ondiepe, stijve vleugelslagen; kop ver
uitgestrekt, poten steken ver achter de staart uit
Verspreiding
Broedt in N.- en W.-Europa op natte weidegrond en ondergelopen velden; buiten broedgebied vooral aan de kust.
Algemeen behalve in N.-Scandinavie, maar overal lokaal, zelfs in de wintergebieden
[http://www.youtube.com/watch?v=pOJrAyjE4XA]
Lengte: 36-44 cm |
Spanwijdte: 62-70 cm |
Gewicht: 280-500 g |
Sociaal: In de winter in groepen |
Levensduur: 10-15 jaar |
Status: Kwetsbaar |